informatie

Recht op financiële informatie van voor overlijden?

Heb ik recht op alle financiële informatie van vóór het overlijden van mijn ouder?

Vaak bestaat bij nabestaanden de wens om de administratie van de overleden ouder in te zien die betrekking heeft op de periode toen de overleden ouder nog leefde. Wanneer heb je recht op informatie op deze informatie?

Geen testament

Wanneer er geen testament is opgesteld door degene die is overleden, dan is de zogenoemde wettelijke verdeling van toepassing. Dit betekent dat al het vermogen van de overleden ouder op zijn of haar echtgenoot overgaat. Deze echtgenoot moet ook alle schulden voor zijn rekening te nemen. De kinderen krijgen dan een geldvordering op de ouder die nog leeft, die zo groot is als hun erfdeel. In de wet is bepaald wanneer deze vordering door de kinderen kan worden opgeëist. In ieder geval als deze ouder ook komt te overlijden. In een testament kan ook de wettelijke verdeling van toepassing zijn verklaard. Ook kunnen in een testament nog andere situaties genoemd worden wanneer de vordering opeisbaar wordt.

Op grond van artikel 4:16 lid 1 BW kan een kind aan zijn ouder vragen dat er een boedelbeschrijving wordt opgemaakt. In deze beschrijving worden alle vermogensbestanddelen van de nalatenschap en alle schulden opgenomen. Voor het vaststellen van hoe hoog de geldvordering van een kind op zijn ouder is, is de waarde (in het economische verkeer) van de vermogensbestanddelen op het moment van het overlijden (de overlijdensdatum) van belang.

In geval van een wettelijke verdeling hebben de echtgenoot en ieder kind tegenover elkaar recht op inzage in en afschriften van alle stukken die zij voor de vaststelling van hun aanspraken nodig hebben. Dit staat in de wet

Het is niet altijd duidelijk of een kind stukken mag inzien die betrekking hebben op de periode van voor het overlijden van erflater. Dat zal van de situatie afhangen. Dit wordt hierna uitgelegd.

Gemeenschap

Wanneer de nalatenschap nog niet onder de erfgenamen is verdeeld, bestaat er een gemeenschap. De erfgenamen zijn samen eigenaar geworden van alle vermogensbestanddelen die de ouder die is overleden heeft nagelaten. De erfgenamen worden dan ook wel deelgenoten genoemd. Deelgenoten zijn tegenover elkaar verplicht om zich tegenover elkaar te gedragen “overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.” Dit betekent dat elke erfgenaam tegenover de andere erfgenaam recht heeft op inzage van stukken die deel uitmaken van de nalatenschap. En die ter beoordeling van de omvang en samenstelling van de nalatenschap van belang kunnen zijn. Een erfgenaam heeft er recht en belang bij om de omvang en samenstelling van de nalatenschap in de loop der jaren te onderzoeken. Als je het interessant vindt om een uitspraak van een rechter hierover te lezen, dan kan dat hier.

Legitimaris (een onterfd kind)

Een onterfd kind (ook wel genoemd legitimaris-niet-erfgenaam) heeft op grond van de wet een uitgebreid informatierecht. De erfgenamen mogen bij het verstrekken van informatie:
– geen goederen van de nalatenschap verzwijgen,
– geen giften die zijn gedaan achterhouden (want die kunnen meedoen in de berekening van de legitieme portie);
– niet ten onrechte schulden in mindering brengen.

Bij het berekenen van de legitieme portie kunnen giften, gedaan door de overleden ouder tijdens zijn leven (en met name in de laatste 5 jaar vóór het overlijden), een rol spelen. Het onterfde kind heeft recht op nadere informatie die ziet op de periode van voor het overlijden zodat zelf onderzoek kan worden gedaan naar bijvoorbeeld niet opgegeven giften.

Advies?

Hebt u informatie over een nalatenschap opgevraagd maar niet ontvangen? Of wordt u gevraagd om informatie te geven? Neem dan contact op met Martine Stut voor een eerste gratis telefoongesprek.