Voortgezet gebruik woning bij samenlevers

Stel, je gaat uit elkaar en wil allebei in de gezamenlijke woning blijven wonen. Wat dan? Als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt, heb je de mogelijkheid om – bij discussie – het probleem voor te leggen aan de rechter in een verzoekschriftprocedure.

In geval van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap is het namelijk mogelijk om de rechtbank om voorlopige voorzieningen te verzoeken. Dat zijn beslissingen op bepaalde onderwerpen die gelden voor de duur van de echtscheidingsprocedure. Op grond van artikel 822 Rv kan de rechter:

  1. bepalen dat één van de echtgenoten het uitsluitend gebruik van de woning krijgt;
  2. bevelen dat de echtgenoten goederen tot dagelijks gebruik beschikbaar zullen stellen;
  3. bepalen aan wie de kinderen worden toevertrouwd;
  4. een voorlopige kinderalimentatie vaststellen;
  5. een zorg- of informatieregeling vaststellen;
  6. een voorlopige partneralimentatie vaststellen.

Deze procedure is relatief eenvoudig op te starten.

Maar wat nu als je niet getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan? Hoe verloopt de eerste periode na het uiteengaan dan?

Van belang is vooral dat het voor samenlevers niet mogelijk is om een voorlopige voorzieningenprocedure – zoals hierboven beschreven –  te starten. Dat betekent dat verzoeken ten aanzien van de kinderen of de partneralimentatie via een verzoekschriftprocedure dienen te worden opgestart, maar de vordering tot het uitsluitend gebruik van de woning via een kort geding (en dus een dagvaardingsprocedure).

Omdat de vordering tot het uitsluitend gebruik van de woning niet kan worden opgestart via art. 822 Rv wordt de vordering vaak ingestoken via art. 3:168 BW. Op grond van lid 2 van voornoemd artikel kan een rechter, voor zover een overeenkomst ontbreekt, op verzoek van de meest gerede partij een regeling treffen over het genot, het gebruik en het beheer van gemeenschappelijke goederen. Een dergelijke regeling kan ook in kort geding worden getroffen (mits er een spoedeisend belang aanwezig is).

Onlangs deed de rechtbank Rotterdam uitspraak in een dergelijke procedure (ECLI:NL:RBROT:2024:410). Hierin oordeelde de voorzieningenrechter dat sprake is van een leemte in de wet en werd de vordering beoordeeld in de lijn van art. 822 Rv:

“De voorzieningenrechter constateert dat hier sprake is van een leemte in de wet. Partijen die wel getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, kunnen in het kader van het einde van hun relatie een voorlopige voorziening bij de familierechter verzoeken. In die procedure hoeft geen rechtsgrond te worden genoemd, maar wordt op basis van een belangenafweging geoordeeld welke partij – in het kader van voorlopige voorzieningen – het meeste belang heeft bij (een voortgezet verblijf in) de woning. Partijen die een samenlevingsovereenkomst hebben gesloten, en daarin met het oog op een eventueel uiteengaan (veelal) afspraken hebben gemaakt over hun koop- of huurwoning, kunnen bij de gewone civiele rechter terecht, met hun overeenkomst als grondslag voor vorderingen.

Het staat mensen echter vrij om hun relatie niet te formaliseren. Dat verplicht samenwoners om, als zij uit elkaar gaan, geen afspraken kunnen maken en in een onhoudbare situatie zitten – en dus met andere woorden haast of spoed hebben – een ordemaatregel aan de voorzieningenrechter te vragen. Nu er materieel geen onderscheid tussen uit elkaar gaande samenwoners enerzijds en uit elkaar gaande gehuwden, geregistreerd partners en samenwonenden met een overeenkomst anderzijds bestaat en te rechtvaardigen is, acht de voorzieningenrechter het aangewezen – maar ook redelijk en billijk – om in deze procedure eenzelfde belangenafweging te maken als de familierechter zou maken.”

Hoewel het dus ook mogelijk is om in een kort geding-procedure op basis van dezelfde belangenafweging een beoordeling te krijgen, is het goed om er bewust van te zijn dat samenlevers meerdere procedures moeten starten als zij het niet eens kunnen worden over verschillende punten. De kosten zullen dan  – naar verwachting  – ook hoger uitvallen. Dat is nog een goede reden om te kijken of jullie in onderling overleg via mediation afspraken kunnen maken!

Meer weten over het voortgezet gebruik van de gezamenlijke woning of over de mogelijkheden met betrekking tot mediation? Neem contact op met één van onze familierechtspecialisten.