Toen hun broer Bart in 2021 overleed, kwamen Merel en Lisa voor een moeilijke periode te staan. Naast het verdriet moesten zij ook de afwikkeling van zijn nalatenschap regelen. Omdat Bart geen partner of kinderen had, waren Merel en Lisa als zussen zijn enige erfgenamen. In de eerste weken na zijn overlijden leek alles overzichtelijk. Bart had een bescheiden spaarrekening en geen bekende schulden. Merel en Lisa besloten daarom de nalatenschap zuiver te aanvaarden. Maar toen gebeurde het onverwachte: vijf maanden na het overlijden ontvingen zij een brief van een kredietmaatschappij met een forse openstaande vordering. Tot hun schrik bleek Bart jaren geleden een lening te hebben afgesloten die zij niet kenden.
Merel en Lisa waren door de zuivere aanvaarding persoonlijk aansprakelijk voor deze schuld. Hoe kon dat nu? Bart had hen toch verzekerd dat er geen schulden waren? Hij had zijn administratie juist heel zorgvuldig voor hen klaargezet. Hij had zijn lopende abonnementen opgezegd, een week voor zijn overlijden zijn uitvaartkosten voldaan en een handboek geschreven voor de afwikkeling van de nalatenschap. In de administratie was – ook achteraf gezien – geen enkele aanwijzing te vinden voor het bestaan van een schuld aan de kredietmaatschappij.
In paniek zochten Merel en Lisa juridische hulp bij een erfrechtadvocaat. Zo kwamen zij te weten dat de wet voor dit soort situaties een regeling heeft. Deze regeling biedt erfgenamen de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, de zuivere aanvaarding ongedaan te maken als zij na de aanvaarding bekend worden met een onverwachte schuld die zij niet kenden en ook niet hadden kunnen kennen.
De advocaat van Merel en Lisa diende tijdig, binnen drie maanden na ontdekking van de schuld, een verzoek in bij de kantonrechter om alsnog beneficiair te aanvaarden. Zij toonden overtuigend aan dat zij niet op de hoogte waren van de schuld. Merel en Lisa vertelden de rechter dat Bart zijn administratie zeer geordend had achtergelaten en dat uit de administratie geen schuld aan de kredietmaatschappij was gebleken. Bovendien hadden Merel en Lisa zich nooit op een manier gedragen waaruit de kredietmaatschappij had mogen opmaken dat zij de schuld uit hun eigen vermogen zouden voldoen; zij hadden juist expliciet laten weten dat zij de vordering niet erkenden.
De kantonrechter gaf Merel en Lisa gelijk. Dit betekende dat zij de schuld niet hoefden te betalen uit hun privévermogen. Dankzij snel handelen en deskundig juridisch advies konden Merel en Lisa een groot financieel risico afwenden. Dit verhaal laat zien hoe belangrijk het is om na de ontdekking van een schuld na zuivere aanvaarding van een nalatenschap direct juridisch advies in te winnen. Heeft u te maken met een soortgelijke situatie? Wacht niet te lang, want de termijn om een verzoek in te dienen is slechts drie maanden na ontdekking van de schuld. Neem gerust contact op met een van onze erfrechtspecialisten.
Het verhaal is gebaseerd op de volgende uitspraak, waarbij de namen zijn verzonnen:
Rechtbank Midden-Nederland 18 oktober 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4167.
Datum: 19 maart 2025
Geschreven door: Martine Stut