10 tips bij het aangaan van een meerouderschapsovereenkomst
Van meervoudig ouderschap wordt gesproken als er meer dan twee ouders zijn. Denk aan een mannenstel die samen met een vrouwenstel besluiten om een kindje te krijgen. Of een mannenstel met een alleenstaande moeder. Dit wordt ook wel intentioneel meerouderschap genoemd. Het verschil met bijvoorbeeld een donorconstructie is dat een donor niet wordt aangemerkt als een verwekker of een ouder. Bij meervoudig ouderschap is dit wel zo.
In deze blog geven wij 10 tips waar je aan moet denken bij het aangaan van een meervoudige co-ouderschapsovereenkomst / intentioneel meerouderschapsovereenkomst.
1. Bespreek goed met elkaar wat jullie motivatie is om een meerouderschapsovereenkomst aan te gaan. Wat gun je het kind in deze constructie? Wat gun je de andere ouder(s) en wat gun je jezelf? Benoem wat je de sterke punten vindt van jullie ouderschapsconstructie. Je kan er zelfs voor kiezen om dit op te nemen in de meerouderschapsovereenkomst in de zogenoemde considerans (dat is een stuk tekst met uitleg over de overeenkomst die je aan het begin van de overeenkomst kunt opnemen). Ook is het goed om met elkaar te bespreken hoe jij bent in een periode als het wat minder goed met je gaat en wat voor jou dan wel en niet werkt. Onderschat de impact van de gevoeligheid van het onderwerp niet en houdt hierbij ook rekening met de invloed van hormonen. Vaak is de achterliggende kinderwens een wens die al heel lang leeft en is er al heel veel voorafgegaan aan de realisering hiervan. Er zijn dus meerdere personen betrokken met hun gevoeligheden, kwetsbaarheden, verwachtingen en angsten. Er is dan ook niet veel nodig om een van de ouders teleur te stellen als je bijvoorbeeld niet genoeg aandacht voor elkaars belangen hebt. Spreek dit naar elkaar uit. Wees bewust van je eigen behoeftes en vraag naar behoeftes van de ander. Dit geldt ook voor hormonale invloeden. Sommige mensen hebben veel last van hun hormonen tijdens en na de zwangerschap en anderen weer niet. Wees op het ergste voorbereid; dan kan het alleen maar meevallen.
2. Maak afspraken in de meerouderschapsovereenkomst over wanneer de vader het kind zal erkennen. Het is goed om je als moeder te realiseren dat dit voor de vader(s) een belangrijk moment is en er mogelijk een angst ontstaat dat een moeder toch niet wil meewerken. Je kan bijvoorbeeld afspreken dat jullie met z’n allen bij 20 weken zwangerschap naar de gemeente gaan om de erkenning te realiseren. Jullie moeten dan al wel een achternaam hebben gekozen. Lees hierover meer in onze blog over de nieuwe naamwetgeving.
3. Een heel moeilijk onderwerp maar jullie moeten het er wel over hebben: Wat doen jullie als tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld uit de NIPT-test, blijkt dat het kindje een afwijking heeft?
4. Maak afspraken over de bevalling. Wie is er wel bij en wie niet? Wanneer worden de ouders op de hoogte gesteld als de bevalling is begonnen?
5. Maak afspraken over het geboortekaartje. Jullie kunnen ervoor kiezen om met de tekst op het geboortekaartje de gezinsconstructie duidelijk te maken.
6. Spreek af hoe jullie de kraamperiode willen inrichten. Er zijn gevallen bekend waarbij de moeders tijdens de kraamperiode introkken in de woning van de vaders om zo met alle ouders samen optimaal de kraamperiode te kunnen meemaken en om elkaar hierin te helpen.
7. Denk goed na en win advies in hoe de zorgregeling (de omgangsregeling) wordt ingericht. Vaak wordt gewerkt met een opbouwregeling, waarbij het kind steeds meer bij de andere ouders zal zijn. Neem hierbij ook goed tip 2 in acht. Het kan zijn dat de moeder het voor de bevalling een heel goed idee vindt dat het kind na bijvoorbeeld 4 weken een nachtje bij de vader(s) gaat logeren, maar als het dan zover is dit vreselijk moeilijk vindt. Je kan dan bijvoorbeeld afspreken dat de moeder(s) de eerste paar weken mee gaat logeren. Voor de definitieve zorgregeling kan je bijvoorbeeld advies inwinnen bij vrienden of familie die gescheiden zijn; hoe hebben zij dit vormgegeven en wat werkt wel en wat niet?
8. Denk na over opvoedregels. Bijvoorbeeld: wij willen positief gedrag graag belonen.
9. Denk na hoe jullie de kosten willen verdelen van het kind. Je kan hiervoor aansluiting zoeken bij regels die gelden bij kinderalimentatie. Vergeet hierbij niet de kinderbijslag, het Kindgebonden Budget en kinderopvangtoeslag.
10. Bespreek ook met elkaar wat je nodig hebt als je niet goed in je vel zit. Maak tijd voor tussentijdse evaluaties/APK-gesprekken.
En nog een extra tip: Laat je bij het aangaan van de overeenkomst adviseren door een ervaren deskundige, zoals Janneke Mulder van Uiteen.