De geboorte van een kind leidt niet altijd tot een wijziging van eerdere kinderalimentatie

Toen Lisa en Mark in 2018 hun dochter Emma kregen, konden ze niet voorzien hoe ingewikkeld hun financiële situatie later zou worden. Hun leven veranderde toen hun relatie onder druk kwam te staan: in 2020 gingen ze feitelijk uit elkaar en in 2021 werd hun huwelijk officieel ontbonden.

Enige tijd later kreeg Mark een nieuwe relatie. In 2024 werd hun zoon Sam geboren, en in 2025 volgde nog een kindje, Noor. Dit riep vanzelf vragen op over de bestaande financiële verplichtingen: moest de kinderalimentatie voor Emma nu omlaag, omdat Mark ook verantwoordelijk was geworden voor Sam en Noor?

De vraag die het hof moest beantwoorden

Mark vroeg het hof om bij de berekening van zijn alimentatie rekening te houden met zijn andere kinderen. Lisa was het daar niet mee eens. Zij stelde dat de alimentatie voor Emma niet automatisch verlaagd mocht worden, omdat de komst van een nieuw kind geen invloed mocht hebben op de al vastgestelde bijdrage.

Het hof moest dus bepalen: leidt de geboorte van Sam en Noor automatisch tot minder geld voor Emma?

Het oordeel van het hof

Het hof wees erop dat bij kinderalimentatie altijd twee zaken centraal staan:

  1. De behoefte van het kind – wat heeft Emma nodig om goed op te groeien?
  2. De draagkracht van de ouder – hoeveel kan Mark redelijkerwijs bijdragen, rekening houdend met alle kinderen?

Belangrijk is dat het hebben van nieuwe kinderen niet automatisch betekent dat de bijdrage voor eerder geboren kinderen omlaag gaat. Zolang de ouder voldoende inkomen heeft om in de behoeften van alle kinderen te voorzien, blijft de bestaande alimentatie in stand.

Het hof benadrukte bovendien dat continuïteit en stabiliteit cruciaal zijn voor kinderen. Als de alimentatie bij elke nieuwe gezinssituatie steeds verandert, kan dit leiden tot financiële onzekerheid en onnodige conflicten tussen ouders. Daarom wordt het bestaande bedrag alleen aangepast als er daadwerkelijk sprake is van een situatie waarin de ouder zijn draagkracht niet meer kan combineren met de behoeften van alle kinderen.

Praktisch voorbeeld

Stel: Mark kan nog steeds de volledige behoefte van Emma betalen én zijn aandeel in de kosten van Sam en Noor dragen. Dan verandert er niets aan de alimentatie voor Emma. Het geld voor Emma blijft dus hetzelfde, ook al heeft Mark nu drie kinderen.

Dit zorgt voor financiële stabiliteit: Lisa kan de opvoeding en verzorging plannen zonder voortdurend te moeten onderhandelen over nieuwe bedragen.

Wat ouders hiervan kunnen leren

  • Nieuwe kinderen betekenen niet automatisch minder geld voor het eerste kind. Het gaat om een balans tussen behoefte en draagkracht.
  • Financiële stabiliteit is belangrijk. Door niet bij elke nieuwe gezinsverandering de alimentatie aan te passen, wordt onrust en conflict voorkomen.
  • Reële draagkracht telt. Ouders hoeven hun bijdrage alleen te verlagen als ze daadwerkelijk financieel niet meer kunnen voldoen aan de behoeften van alle kinderen.

Conclusie

De uitspraak van het hof laat duidelijk zien dat kinderalimentatie draait om wat elk kind nodig heeft en wat de ouder kan bijdragen. Nieuwe kinderen veranderen niets aan de verplichting tegenover eerder geboren kinderen, zolang de ouder voldoende draagkracht heeft. Zo blijft er rust, zekerheid en stabiliteit voor alle kinderen. En dat is uiteindelijk waar het bij alimentatie om draait.

Wij kunnen je helpen bij alimentatiekwesties. Neem vandaag nog contact met ons op!

Het verhaal is gebaseerd op de volgende uitspraak, waarbij de namen van de personen zijn verzonnen: Gerechtshof Den Haag 17 september 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:2124