5 tips bij het aangaan van een donorovereenkomst

5 tips bij het aangaan van een donorovereenkomst

Een donor en (een) wensouder(s) doen er goed aan om een donorovereenkomst te sluiten. Voor een donorconstructie kan worden gekozen als de donor geen actieve rol zal spelen in het leven van het kind. De donor wordt dan ook niet aangemerkt als de verwekker. Dit brengt met zich mee dat de donor ook niet gehouden kan worden om bij te dragen in de kosten van het kind. Als je wil dat de donor wel een ouderrol op zich neemt, dan kan je denken aan een donor plus overeenkomst of een intentionele meerouderovereenkomst.

Hier 5 tips bij het aangaan van een donorovereenkomst. Wij kiezen hier voor de zogenoemde C-donor. Dit is een donor die je zelf kent.

1. Spreek de periode af (van bijvoorbeeld 1 jaar) waarvoor de donorovereenkomst (en dus de verplichtingen die jullie aangaan) geldt. Dit om verkeerde verwachtingen te voorkomen. Als er geen termijn in staat, dan kan bij de wensouder het idee leven dat deze ouder alle tijd heeft om de inseminatie te laten plaatsvinden. De donor daarentegen kan een jaar later in een hele andere fase in zijn leven zitten waardoor hij niet meer wil doneren. Dit kan zorgen voor teleurstellingen en conflicten. Jullie kunnen natuurlijk altijd indien gewenst deze periode verlengen.

2. Specificeer goed wie welke kosten van het inseminatietraject draagt, met name als de inseminatie via een kliniek gebeurt. Zijn het alleen de reis- en parkeerkosten naar de kliniek die de wensouder vergoedt? Of ook eventuele medische kosten die worden gemaakt? Je kan er ook aan denken om als donor een maximum bedrag af te spreken als je als donor bereid bent om deze kosten voor je eigen rekening te nemen.

3. Spreek heel goed en gedetailleerd af wanneer en op welke wijze het kind kennis maakt met de donor. Een donorovereenkomst is er in beginsel voor bedoeld dat de donor niet als verwekker wordt aangemerkt van het kind en derhalve ook niet als ouder wordt aangemerkt. Jullie kind zal op enig moment in zijn of haar leven willen weten van wie hij of zij afstamt. Dit is belangrijk voor de identiteitsontwikkeling van het kind. Hoe wordt bijvoorbeeld gedaan aan statusvoorlichting (dat betekent dat aan het kind wordt uitgelegd dat hij of zij verwekt is door een donor)? Er zijn boekjes te koop over dit onderwerp die je al kan voorlezen als het kind 3 of 4 jaar is. Zo raakt het kind langzaam gewend aan het idee van de donor.

4. Ook is het goed om in geval van inseminatie via een kliniek af te spreken wie de eigenaar van het gedoneerde sperma is zolang het niet wordt gebruikt voor het geval de wensouder of de donor tussentijds (dat wil zeggen na de donatie en voor de inseminatie) komt te overlijden.

5. Zijn jullie een getrouwd lesbisch stel? Dan kunnen jullie kiezen of de mee-moeder het kind erkent of adopteert. Let op: Automatische erkenning door de mee-moeder vindt alleen plaats bij een onbekende donor! Bij een bekende donor dient de erkenning nog apart plaats te vinden. Adoptie kan voordelen hebben in het buitenland, omdat in bepaalde landen de erkenning door de andere moeder niet wordt erkend. Dit kan vervelende situaties opleveren, bijvoorbeeld dat de andere moeder niet bij het kind mag als deze bijvoorbeeld op vakantie in het ziekenhuis komt te liggen.

Er zijn allerlei model donorovereenkomsten te vinden die jullie zelf kunnen invullen. Maar het blijft toch maatwerk. Je kan beter de gemaakte afspraken laten vastleggen door een gespecialiseerde advocaat, zoals de advocaten van Uiteen. Uiteraard behoort het laten checken van een zelf opgestelde donorovereenkomst ook tot de mogelijkheden.

Natuurlijk hebben de advocaten van Uiteen nog veel meer tips! Neem hiervoor contact op met onze wensouderspecialist Janneke Mulder.