wilsrechten

Wat zijn wilsrechten?

Wilsrechten

Wilsrechten zijn rechten die kinderen hebben in de situatie van dat hun ouder of hun beide ouders zijn overleden. Deze rechten staan in de wet om het kind te beschermen als de erfenis van hun overleden ouder eigendom wordt van de andere ouder of van een stiefouder. Dit omdat de wettelijke verdeling van toepassing is. Bij de wettelijke verdeling wordt de gehele nalatenschap van een overleden ouder eigendom van de echtgenoot. De kinderen krijgen een niet-opeisbare geldvordering ter grootte van hun erfdeel.

Tot de nalatenschap behoren bezittingen en schulden. De bezittingen is een ruim begrip en daaronder kan van alles worden verstaan, zoals banksaldi, beleggingen, gebouwen, persoonlijke bezittingen (zoals sieraden, foto’s), auto, verzamelingen, kunstcollecties. Deze bezittingen kunnen van financiële waarde zijn maar ook een emotionele waarde.

Bij de wettelijke verdeling komen deze bezittingen allemaal in het bezit van de echtgenoot. Dat kan de andere ouder zijn van de kinderen van de overleden persoon, maar dat kan ook een stiefouder zijn.

4 soorten wilsrechten

Hieronder leg ik uit welke vier wilsrechten er zijn.

1. Moment aangaan nieuwe huwelijk

Dit betreft de situatie dat het huwelijk van de ouders van een kind is geëindigd door het overlijden van een van de ouders en de wettelijke verdeling op die nalatenschap van toepassing is. De andere ouder, die nu dus weduwnaar of weduwe is, heeft een nieuwe partner en is van plan te gaan trouwen met die partner of met die partner een geregistreerd partnerschap aan te gaan. Vanaf het moment dat die partner bij de gemeente melding maakt van het huwelijk of het partnerschap, dus in ondertrouw gaat, dan kan het kind verzoeken aan zijn ouder om hem goederen te geven. Dit tot een maximale waarde die gelijk is aan de geldvordering die het kind kreeg bij het overlijden van zijn overleden ouder. Als de overleden ouder bijvoorbeeld een kunstcollectie had met een waarde dan kan het kind vragen om het eigendom daarvan over te dragen aan hem. De langstlevende ouder kan wel het vruchtgebruik voorbehouden waardoor het kind alleen het zogenaamde bloot-eigendom krijgt. Omdat dit vruchtgebruik in ieder geval eindigt bij het overlijden van die ouder is het kind er zeker van dat hij deze collectie volledig in bezit krijgt.

2. Een ouder al eerder overleden

Dit betreft de situatie dat het huwelijk van de ouders van een kind is geëindigd door het overlijden van een van de ouders en de wettelijke verdeling op die nalatenschap van toepassing is. De andere ouder, die dus weduwnaar of weduwe werd, is opnieuw getrouwd of heeft een geregistreerd partnerschap en nu overlijdt die ouder. Het kind kan de partner, als er weer een wettelijke verdeling van toepassing is, of anders de erfgenamen van de partner (in feite de stiefouder dus) verzoeken om hem goederen te geven met een maximale waarde die gelijk is aan de geldvordering die het kind kreeg bij het overlijden van zijn eerste overleden ouder.

3. Opnieuw gehuwd

Het derde wilsrecht betreft de nalatenschap van de ouder die getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met een ander dan de ouder, bijvoorbeeld na echtscheiding of na het voor overlijden van de andere ouder. Als op die nalatenschap dan de wettelijke verdeling van toepassing is, kan het kind verzoeken aan zijn stiefouder om hem goederen te geven met een maximale waarde die gelijk is aan de geldvordering die het kind heeft gekregen bij het overlijden van zijn overleden ouder. De stiefouder kan wel het vruchtgebruik voorbehouden waardoor het kind alleen het bloot-eigendom krijgt, maar als omdat dit vruchtgebruik in ieder geval eindigt bij het overlijden van die stiefouder is het kind er zeker van dat hij deze collectie volledig in bezit krijgt.

4. Stiefouder overlijdt

Het vierde en laatste wilsrecht betreft de nalatenschap van de ouder die getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met een ander dan de ouder, bijvoorbeeld na echtscheiding of na het voor overlijden van de andere ouder. Als op die nalatenschap dan de wettelijke verdeling van toepassing is en de stiefouder overlijdt vervolgens, dan kan kind verzoeken aan de erfgenamen van zijn stiefouder om hem goederen te geven met een maximale waarde die gelijk is aan de geldvordering die het kind heeft gekregen bij het overlijden van zijn overleden ouder.

Wel of geen wilsrecht

Het kind is vrij om wel of geen beroep te doen op een wilsrecht. Het wilsrecht ontstaat automatisch als een van de hiervoor genoemde situatie zich voordoet, tenzij de wilsrechten bij testament zijn uitgesloten. Bij testament kunnen de wilsrechten namelijk worden uitgesloten. In dat geval zijn er geen wilsrechten voor het kind.

Wil je voorkomen dat een bezit van een van jouw ouders als gevolg van hertrouwen of een geregistreerd partnerschap bij de stiefouder of de stieffamilie terecht komt, dan is het aan te raden tijdig een beroep te doen op een wilsrecht. Heb je vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact op met Martine Stut.