Toestemming voor vakantie buitenland met kind

Met de meivakantie net achter de rug is de zomervakantie de eerstvolgende in de rij. Hebben jullie al afspraken gemaakt over wanneer jullie kinderen tijdens deze zes- of achtweekse vakantie bij ieder van jullie verblijven? Wees je ervan bewust dat je als ouders met gezamenlijk gezag elkaars toestemming nodig hebt voor een buitenlandse vakantie.

Die toestemming (op papier!) is belangrijk. Als je naar het buitenland reist zonder toestemming van die andere ouder of zonder vervangende toestemming van de rechtbank, dan kan je je namelijk schuldig maken aan internationale kinderontvoering. Voor een stappenplan en een overzicht van welke documenten je mee moet nemen om met een kind te reizen naar het buitenland, klik hier.

Weigert de andere ouder toestemming voor een buitenlandse vakantie? Dan kan je ons inschakelen. Wij proberen dan om het gesprek aan te gaan met je ex-partner. Mocht dit ook niet lukken, dan kunnen we je helpen om vervangende toestemming bij de rechtbank aan te vragen.

Wanneer verleent de rechtbank nou wel of geen toestemming? Dat hebben wij voor je uitgezocht aan de hand van recente en belangrijke uitspraken daarover van de rechtbank en het gerechtshof.

Vakantietoestemming van de rechter

Vervangende toestemming wordt door de rechter verleend indien de ouder, die om toestemming wordt gevraagd, geen belang heeft bij de weigering of indien zijn weigering niet redelijk is. In dat geval maakt die ouder misbruik van zijn bevoegdheid als gezaghebbende ouder. De rechter toetst of de ouder, die geen toestemming geeft, misbruik van zijn bevoegdheid als gezaghebbende ouder maakt.

De meest gebruikte redenen van een ouder om geen toestemming te geven aan de andere ouder voor een buitenlandse vakantie met het kind zijn de volgende:

  1. de vrees dat de ouder, die met het kind op vakantie wil gaan, niet met het kind zal terugkeren naar Nederland;
  2. de onveiligheid in een bepaald land;
  3. de vrees voor onveiligheid van het kind door te reizen met de betreffende ouder;
  4. het vanwege een andere reden niet in het belang van het kind is om toestemming te geven voor de verzochte reis.

1. De vrees van het niet terugkeren van het kind

Een beroep hierop wordt vaak gedaan als een ouder, die met het kind op vakantie wil gaan, wil reizen naar het land waaruit hij of zij zelf afkomstig is. Bijvoorbeeld om familie te bezoeken en het kind kennis te laten maken zijn of haar cultuur. De rechtbank moet dan een belangenafwezig maken tussen het belang van het kind om de familie in het betreffende land te bezoeken en de vrees van de achterblijvende ouder dat het kind niet zal terugkeren.

Dit was aan orde in de volgende situatie. De moeder was afkomstig uit de Verenigde Staten en wilde graag met het kind haar Amerikaanse familie bezoeken. De vader wilde geen toestemming geven, omdat hij vreesde dat de moeder niet zou terugkeren naar Nederland. Als reden daarvoor voerde hij aan dat alle familieleden van de moeder in de Verenigde Staten wonen, de moeder de Nederlandse taal niet spreekt en zij in Nederland niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Het gerechtshof vond dat niet voldoende en vond dat de moeder met het kind naar de Verenigde Staten moest kunnen reizen. Het belang van het kind om zijn Amerikaanse familie te leren kennen vond het Gerechtshof zwaarder wegen dan de vrees van de vader dat het kind niet zal terugkeren naar Nederland.

Anders wordt beslist op een verzoek van een moeder om met het kind naar Brazilië te reizen. Daar heeft het Gerechtshof de vrees van de vader, dat de moeder niet met het kind zal terugkeren naar Nederland, zwaarder laten wegen dan het belang van het kind om haar Braziliaanse familieleden te leren kennen. Dit kwam doordat er What’s App-berichten waren waaruit bleek dat de moeder een (voormalig) geliefde heeft in Brazilië. Verder probeerde de moeder eenhoofdig gezag te krijgen en vertelde de moeder op school over eventuele verhuisplannen. Het gerechtshof kon dan ook niet uitsluiten dat de moeder van plan was om met het kind definitief naar Brazilië te vertrekken. Daarbij kwam nog dat de moeder niet bereid was om de vrees van de vader weg te nemen. Zo wees de moeder het voorstel van de vader om in een ouderschapsplan op te nemen dat de hoofdverblijfplaats van het kind in Nederland is, af. Het gerechtshof vond dat het op de weg van de moeder had gelegen om de vrees voor “ongeoorloofde overbrenging” (kinderontvoering) weg te nemen.

2. De onveiligheid in een bepaald land

Als een beroep wordt gedaan op de onveiligheid in een bepaald land of een bepaald gebied, dan sluit de rechtbank meestal aan bij het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Van belang hierbij is dat de ouder, die op vakantie wil met het kind, de vakantiebestemming zo specifiek mogelijk maakt.

Zo mocht een moeder met het kind naar Ethiopië reizen, ondanks het negatieve reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor een groot deel van het land. De moeder kon namelijk uitleggen dat zij uitsluitend bij haar familie in een specifieke stad/dorp/regio zou verblijven, waar de concreet onveilige situaties volgens het reisadvies niet waren. Daarvoor golden enkel algemene waarschuwingen.

Uit de rechtspraak blijkt dat rechtbanken een reisadvies soms verschillend interpreteren.  Zo zijn er een aantal uitspraken te vinden over vakanties naar Turkije ten tijde van de staatsgreep en de noodtoestand die per 21 juli 2016 werd afgekondigd. De rechtbank Limburg verleende op 4 augustus 2016 reistoestemming aan een moeder om met het kind naar een badplaats in Turkije te reizen. De rechtbank Noord-Nederland wees eenzelfde verzoek enkele dagen later (op 8 augustus 2016) af. Beide rechtbanken baseerden hun beslissing op het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De ene rechtbank beroept zich op het feit dat er geen negatief reisadvies is afgegeven in het betreffende gebied en de andere rechtbank vindt de passage in het reisadvies, dat voor het gehele land Turkije een verhoogd risico op terroristische aanslagen bestaat, voldoende om de vervangende toestemming niet te verlenen.

Hieruit blijkt dat het soms zelfs voor een rechtbank lastig kan zijn om een dergelijke beslissing te maken. Daarom helpen wij graag met het zo concreet mogelijk maken van het vakantieplan of met het zo concreet mogelijk maken van de zorgen omtrent die vakantie.

Een mooi voorbeeld uit onze eigen praktijk is een uitspraak van de rechtbank Rotterdam over een vakantieverzoek van de vader met kinderen naar Israël in verband met een familiebezoek. De moeder, onze cliënte, gaf daarvoor geen toestemming omdat zij had vernomen dat de vader zijn orthodoxe Joodse vrienden wilde bezoeken, die ook sterk politiek geëngageerd zijn. Veel van die vrienden woonden volgens de moeder bovendien in een onveilig gebied. De rechtbank wees het verzoek van de vader af, mede omdat de kinderen nog nooit buiten Nederland op vakantie waren geweest en het feit dat de reis gepaard zou gaan met veiligheidsrisico’s voor de kinderen. Wil je het volledige verhaal lezen? Klik dan hier.

3. De vrees voor onveiligheid van het kind door te reizen met een ouder

Als een beroep wordt gedaan op de onveiligheid van het kind door het reizen met een ouder, dan vereist dat een goede onderbouwing. Bovendien moet die onveiligheid actueel zijn.

Dit speelde in een zaak waarbij wij de vader bijstonden. Hij wilde met de kinderen op autovakantie naar Frankrijk, maar de moeder gaf daarvoor geen toestemming. Daarbij deed zij een beroep op de alcoholverslaving van de vader. Wij konden echter met verschillende medische verklaringen laten zien dat de vader zijn verslaving al geruime tijd onder controle had en dat de veiligheid van de kinderen gewaarborgd zou worden. De rechtbank vond ook dat de alcoholproblematiek van de vader uit het verleden hem niet blijvend kon worden nagedragen en verleende de vader toestemming voor de autovakantie naar Frankrijk met de kinderen.

4. Het anderszins niet in het belang van het kind is

Als hierop een beroep wordt gedaan, dan zal dat beroep vaak samenhangen met een beroep op een of meer van de vorige argumenten. Enkel het beroep op het belang van het kind zal het weigeren van de toestemming niet snel rechtvaardigen. Het zijn veelal bijkomende omstandigheden die een ander argument steunen.

Denk hierbij aan de leeftijd van het kind en de reiservaring van het kind. In het besproken voorbeeld over de vakantie naar Israël waren bijkomende omstandigheden dat de kinderen nog nooit met een vliegtuig op vakantie waren geweest en dat de kinderen nog nooit buiten Nederland waren geweest. Bij het voorbeeld over de vakantie naar Ethiopië was een voor de rechtbank belangrijke bijkomende omstandigheid dat het kind juist al wel eerder in het land was geweest.

Bij een vakantie buiten de schoolvakantie kan een bijkomende omstandigheid zijn dat het niet in het belang van het kind is om het kind buiten de schoolvakantie op vakantie te laten gaan als het kind leerplichtig is. Als de ouder, die met het kind op vakantie wil gaan, toestemming heeft van de school van het kind, dan zal daarbij wel naar andere ondersteunende argumenten moeten worden gezocht.

Of een vakantie wel of niet in het belang van het kind is, hangt veelal samen met de ontwikkeling van een betreffende kind.

In een recente zaak had een moeder de rechtbank verzocht om vervangende toestemming voor een drieweekse vakantie naar Spanje van het kind met de buren van partijen. De vader vond een vakantie met de buren niet in het belang van het kind en gaf geen toestemming voor de reis. De vader vond het in het belang van het kind dat hij zelf drie weken met het kind op vakantie zou gaan, om te werken aan hun band. De vader en de moeder waren verwikkeld in hun scheidingsprocedure en het kind had daar veel last van. Juist de scheidingsproblematiek was een reden voor de rechtbank om toestemming te verlenen voor de drieweekse vakantie met de buren. Het was in het belang van het kind dat het kind rust zou krijgen. Bijkomende omstandigheid was dat het kind al vaker met de buren was mee geweest op vakantie. De resterende drie weken van de zomervakantie werden verdeeld tussen de vader en de moeder: ieder kreeg anderhalve week.

In een eerdere zaak wilde een vader met zijn kinderen op vakantie naar zijn land van herkomst: Egypte. De rechtbank was het met de moeder eens dat een dergelijke vakantie niet in het belang van de kinderen is. Het oudste kind is gediagnosticeerd met PDD-Nos. Daarnaast is de ontwikkeling van het jongste kind zorgelijk. Hoewel de aard en de ernst van die problematiek nog niet duidelijk is, vond de rechtbank het niet in het belang van beide kinderen dat zij op vakantie zouden gaan naar een voor hen vrijwel vreemde omgeving. Bijkomende omstandigheid voor de rechtbank was nog dat de vader de problematiek rondom beide kinderen niet herkende, terwijl hij bekend was met de onderzoeken van het jongste kind.

“Oneindige reistoestemming”

Verder is het belangrijk om te weten dat bij iedere vakantie om (vervangende) toestemming moet worden gevraagd. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft beslist niet aan de rechtbank of het gerechtshof verzocht kan worden om een ‘oneindige reistoestemming’. Ouders dienen voor iedere reis met het kind naar het buitenland met elkaar in overleg te treden, omdat zij allebei een wezenlijk aandeel in de opvoeding en verzorging van de kinderen hebben.

Neem contact op!

Ben jij ook met de moeder of vader van jullie kind(eren) in overleg over toestemming voor een vakantie en kom je er niet uit? Of wil de andere ouder het paspoort van het kind niet afgeven voor de vakantie? Neem dan gerust contact op met ons kantoor voor een vrijblijvend gesprek om te onderzoeken hoe een oplossing kan worden bereikt.

Belangrijk om te weten is dat de rechtbank jaarlijks voorafgaand aan de zomervakantie twee data reserveert voor paspoortzaken/vakantiezaken. Dit jaar zijn die data 16 juli a.s. en 6 augustus a.s. bij de rechtbank Rotterdam. Zorg er dus voor dat je zo snel mogelijk contact met ons opneemt, zodat we jouw verzoeken goed kunnen voorbereiden mocht het tot een procedure komen.