Op 15 augustus 2023 heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan over het opheffen van testamentair bewind. Het verzoek om een testamentair bewind op te heffen is hierbij toegewezen.
Waar ging de zaak over?
Een overleden man heeft bij testament over zijn nalatenschap beschikt. De man heeft in zijn testament zijn kinderen tot zijn erfgenamen benoemd: verzoekster, kind 2 en kind 3. De man heeft tevens, tot het overlijden van kind 1, een testamentair bewind ingesteld over alles wat kind 1 uit de nalatenschap van haar vader zal verkrijgen op de grond dat zij ongeschikt en/of onmachtig is zelf in het beheer te voorzien en voorts op de grond dat zonder bewind de goederen hoofdzakelijk aan haar (toekomstige) schuldeisers ten goede zouden kunnen komen. Kind 2 is door de man tot bewindvoerder benoemd en heeft deze benoeming aanvaard.
Verzoek aan rechter
De dochter (kind 1) verzocht de rechter om het testamentair bewind op te heffen en te bepalen dat alle onder bewind gestelde goederen aan haar worden overgedragen. Volgens de dochter is het bewind door haar vader ingesteld, omdat haar echtgenoot zakelijke en financiële problemen had met zijn onderneming. Deze problemen zijn inmiddels afgewikkeld, want de echtgenoot heeft zijn financiële verplichtingen in verband met het faillissement van zijn bedrijf jegens de curator afgewikkeld in 2020. De aanleiding voor het bewind is daarmee weggevallen. Nu het bewind inmiddels meer dan vijf jaar heeft geduurd en de dochter zelf en op verantwoorde wijze de onder bewind gestelde goederen kan besturen, is er volgens haar voldoende grond om het bewind op te heffen.
Kind 2, de bewindvoerder, heeft geen bezwaar tegen de opheffing van het bewind. Hij is van mening dat zijn zus de goederen die onder bewind staan zelf kan besturen.
Juridische grondslag
Op grond van artikel 4:178 lid 2 BW kan de rechtbank op verzoek van een rechthebbende na verloop van vijf jaren na het overlijden van de erflater en indien aannemelijk is dat de rechthebbende de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze zal kunnen besturen, een testamentair bewind opheffen.
Beslissing van rechter
Het verzoek is na verloop van vijf jaren na het overlijden van erflater ingediend. Op grond van de stukken en de ter zitting door de dochter, haar echtgenoot en de bewindvoerder gegeven toelichting, onder meer over de feitelijk door de dochter beheerde gezinsfinanciën, is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat zij de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze kan besturen. De rechtbank heeft daarom het bewind opgeheven en bepaald dat de goederen aan de dochter moeten worden overgedragen.
Meer vragen? Neem dan contact op met een van de erfrechtadvocaten van ons kantoor.