Wat zegt de wet over het recht op omgang met een volwassene, bijvoorbeeld je vader of oma?
De wet kent geen regels voor recht op omgang met een volwassene. Normaal gesproken kan een volwassen persoon zelf beslissen met wie hij of zij omgang heeft. Dat is anders als die persoon niet (meer) in staat is om zijn wil te bepalen, bijvoorbeeld als die persoon lijdt aan (gevorderde) dementie.
Op kantoor krijgen we met toenemende mate zaken binnen waarin de vraag speelt wat je rechten zijn als (meerderjarig) kind op contact met je ouder wanneer er nauwelijks tot geen contact meer is door toedoen van een ander (de partner of een ander kind).
Het is een zwaarwegend belang om omgang te hebben met naaste familieleden. Het verhinderen van omgang met een volwassene, die zelf niet meer kan beslissen over contact, kan een onrechtmatige daad opleveren. Dat is het geval als die verhindering strijd oplevert met de zorgvuldigheid die je behoort te hebben ten aanzien van een andere persoon.
Het uitgangspunt is dat er omgang plaats dient te vinden. De partner of het andere kind heeft niet het recht op een monopolie op omgang. Dat is anders als er duidelijke aanwijzingen zijn die maken dat er juist geen omgang dient te zijn.
Het is dus mogelijk om een omgangsregeling bij de rechter af te dwingen. Dit kan door het starten van een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank. Om deze procedure te starten is een advocaat nodig. Dat is dus anders dan bij minderjarige kinderen. Dan moet een verzoekschriftprocedure worden gestart om een omgangsregeling vastgesteld te krijgen.
Mocht je in de moeilijke situatie verkeren dat het niet lukt om contact te hebben met een ouder of een naast familielid, die hier zelf niet meer over kan beslissen, neem dan gerust contact met mij op om te informeren naar de (juridische) mogelijkheden.
Martine Stut
stut@uiteenfamilierecht.nl