Hoe kan je succesvol een wilsrecht inroepen?

In deze blog geven we een praktijkvoorbeeld van stap 5 uit het stappenplan om een wilsrecht in te roepen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 juli 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:5502

Op 20 juli 2009 overleed de moeder. Ten tijde van haar overlijden was moeder in gemeenschap van goederen getrouwd met haar tweede echtgenoot, de stiefvader van de kinderen. De moeder heeft bij testament over haar nalatenschap beschikt en de wettelijke verdeling van toepassing verklaard. Naast de drie eigen kinderen en de echtgenoot, heeft de moeder haar drie stiefkinderen (de kinderen van haar tweede echtgenoot) tot erfgenamen benoemd. De erfdelen bedragen € 12.654,79 per erfgenaam.

De kinderen roepen het wilsrecht ex artikel 4:21 BW in. Dit betekent dat de tweede echtgenoot verplicht is om op verzoek van de kinderen goederen aan hen over te dragen met een waarde van ten hoogste de geldvordering die de kinderen uit hoofde van de wettelijke verdeling op hem hebben verkregen.

De kinderen verzoeken hun stiefvader om een aandeel in de eigendom van de echtelijke woning aan hen over te dragen ter waarde van hun vordering (€ 12.654,79), óf om de vordering uit te betalen. De tweede echtgenoot wil hier niet aan meewerken, waarna de kinderen naar de kantonrechter stappen.

De kantonrechter beslist in het voordeel van de kinderen en bepaalt dat op basis van artikel 4:21 BW   elk kind recht heeft op een deel van het eigendom van de woning ter waarde van € 12.654,79. De tweede echtgenoot wordt veroordeeld om mee te werken aan de eigendomsoverdracht, maar heeft nog wel het recht van vruchtgebruik. Hij mag dus in de woning blijven wonen, ook al wordt deze deels mede-eigendom van de kinderen.

Meer lezen over dit onderwerp? Ga dan naar: https://www.uiteenfamilierecht.nl/wat-zijn-wilsrechten/