Help, ik wil van mijn oude woning af
In een recente blog deelden we informatie over de richtlijnen voor de vaststelling van de waarde van een te verdelen woning. Maar wat nu als afgesproken is door partijen of vastgesteld door de rechter dat de woning aan een van beiden is toegedeeld en de betreffende partner laat achterwege om de overdracht via de notaris uit te voeren?
Een van beiden komt de gemaakte afspraak of gegeven beslissing niet na
Als aandringen daarop geen effect heeft, dan moet de andere partner naar de rechter om dat af te dwingen. Dat kan gelukkig wel via een kort geding. Het voordeel van een kort geding is dat het binnen enkele weken kan worden afgerond. Daarbij kun je vragen om de levering aan de andere partner binnen enkele weken na de uitspraak te laten plaatsvinden en desnoods de uitspraak van de rechter in de plaats te laten treden voor de handtekening van de andere echtgenoot bij de notaris.
Wat nu alles blijkt dat de ander de financiering niet rond krijgt? Dan kun je ook in kort geding vragen om in plaats van levering aan de andere partner de medewerking van die partner om de woning te koop te laten zetten. En medewerking tot alle acties die daarbij nodig zijn, zoals het aanwijzen van de makelaar, het bepalen van de vraag – en de bodemprijs, de woning verkoopklaar maken, medewerking aan bezichtigingen et cetera kan ook afgedwongen worden met een dwangsom.
Het is nog niet gelukt om afspraken te maken over de woning
Stel nou dat nu er nog geen afspraak is vastgelegd op papier en er ook geen beslissing van een rechter is over de verdeling of verkoop van de gemeenschappelijke woning. Kun je dan ook via een kort geding actie op dit vlak afdwingen? De afgelopen jaren is daar verschillend over geoordeeld door rechters. Sommige rechters hanteren een praktische aanpak en bepalen een stappenplan om te komen tot verkoop van de woning als duidelijk is dat geen van beiden de woning over wil of kan nemen.
Er zijn echter ook rechters die vinden dat een dergelijke beslissing zich niet leent voor een kort geding. Zij stellen zich op het standpunt dat daarvoor een bodemprocedure moet worden gevoerd. Een kort geding is immers bedoeld voor een spoedeisende voorlopige maatregel, terwijl een verkoop van een woning een definitieve toestand geeft.
Een bodemprocedure neemt helaas al snel een jaar in beslag. En al die tijd ben je dus beperkt om verdere stappen te ondernemen zoals het kopen van een volgend huis. Ook is er vaak sprake van waardeverandering van de woning tijdens die procedure.
In dit soort zaken is regelmatig na een kort geding hoger beroep ingesteld, maar ook de gerechtshoven oordelen verschillend over deze vraag.
Gelukkig komt er binnenkort duidelijkheid over de vraag of je – als er nog geen afspraak of beslissing is over de woning – wel of geen verkoop in kort geding kunt afdwingen. Begin dit jaar is deze kwestie voorgelegd aan de Hoge Raad. De procureur-generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd om vast te stellen dat in sommige gevallen afgedwongen verkoop mogelijk moet zijn. Ook stelt hij dat medewerking aan de toedeling van de woning aan een van beide partners mogelijk is via een kort geding.
Over de vraag of in kort geding ook kan worden besloten aan wie van beiden de woning wordt toegedeeld als de partners de woning allebei zouden willen behouden is de procureur-generaal wat terughoudender, maar zelfs daarvoor ziet hij mogelijkheden.
Als de beslissing van de Hoge Raad hierover is gegeven, zullen we dat melden op de sociale mediakanalen van Uiteen.
Uiteraard zijn alle omstandigheden van de zaak van belang bij de uiteindelijke beslissing. Heb je vragen over een onverdeelde woning? Neem contact op met de familierechtsectie van Uiteen.