Bij bijna alle echtscheidingen waarbij een van de echtgenoten ondernemer en directeur-grootaandeelhouder (dga) is, is er sprake van een rekening-courantschuld van de dga aan zijn eigen besloten vennootschap (B.V.). De echtgenoten leenden dan geld van de B.V., bijvoorbeeld om op vakantie te gaan. Het was dan fiscaal voordeliger om dit geld van de B.V. te lenen, dan om extra salaris uit te keren waarover je Inkomstenbelasting moet betalen. Als de echtgenoten gaan scheiden, moet er iets met deze schuld aan de B.V. worden gedaan. Wie moet deze na de scheiding betalen?
Gemeenschap van goederen vs. huwelijkse voorwaarden
Indien de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, is het allemaal niet zo ingewikkeld. De rekening-courantschuld valt dan in de huwelijkse gemeenschap. Dit houdt in dat beide echtgenoten deze voor de helft moeten afbetalen.
Maar als de echtgenoten op huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd, wat een ondernemer vaak doet, ligt dit anders. Want dan is deze schuld aan de B.V. een schuld van de ondernemer en niet van beide echtgenoten samen. Er zijn hier alleen veel uitzonderingen op. Want hoe eerlijk is dit als beide echtgenoten samen dit geld van de schuld hebben gebruikt om op vakantie te gaan, uit eten te gaan, een nieuwe tafel van te kopen, etc?
Het verrekenbeding
Nog ingewikkelder wordt het als de echtgenoten een zogenoemd verrekenbeding hebben opgenomen in hun huwelijkse voorwaarden. Er bestaan in het algemeen twee soorten verrekenbedingen. De eerste is dat elk jaar het geld dat je overhebt wordt verdeeld. Dit heet het periodieke verrekenbeding. De tweede is dat je bij het einde van het huwelijk de spullen en de schulden met elkaar verdeeld alsof je in gemeenschap van goederen bent getrouwd. Dit heet het finale verrekenbeding. Bij het finale verrekenbeding moet de schuld dan door beide echtgenoten voor 50% te moeten worden afbetaalt. Maar let op; ook hier kan weer een uitzondering op worden gemaakt. In de huwelijkse voorwaarden kan namelijk een zakelijke schuld worden uitgesloten.
Kosten van de huishouding
En dan nog een complicatie. In meestal alle huwelijkse voorwaarden staat dat de echtgenoten na rato van hun inkomen de kosten van de huishouding betalen. Als er met het geld van de B.V. vakanties zijn betaald, dan zijn dit kosten van de huishouding. De ondernemer heeft dan veel meer betaald dan zijn echtgenoot. Hij kan zich op het standpunt stellen dat dit moet worden verrekend.
Partneralimentatie
Ook kan de rekening-courant schuld een rol gaan spelen bij de vraag of de ondernemer genoeg financiële draagkracht heeft om partneralimentatie te betalen. De rekening-courant schuld zal namelijk moeten worden afbetaald. Dit verlaagt de financiële draagkracht van de ondernemer om partneralimentatie te betalen. Zie hier een uitspraak van de rechtbank hierover.
Belastingdienst
Tot slot nog het volgende om rekening mee te houden. De Belastingdienst kan op een gegeven moment vinden dat de rekening-courant schuld eigenlijk inkomen is, waarover Inkomstenbelasting betaalt moet worden. De Belastingdienst controleert steekproefsgewijs. Wanneer er in de toekomst echter een fiscale controle komt, zal de ondernemer moeten aantonen op welke wijze hij de rekening-courantschuld binnen een voor de Belastingdienst acceptabele periode zal gaan aflossen. Als de ondernemer dit niet kan, dan moet hij dus Inkomstenbelasting gaan betalen. De vraag is dan ook of deze te verwachten Inkomstenbelasting ook in de verdeling bij de echtscheiding moet worden betrokken. Dit zou het geval kunnen zijn indien de ondernemer kan aantonen dat hij geen geld heeft om deze schuld op korte termijn in te lossen.